Een orthese in de podotherapie verwijst naar een op maat gemaakt hulpmiddel dat wordt gebruikt om de stand of functie van de voet te corrigeren, te ondersteunen of te beschermen. Dit hulpmiddel wordt speciaal vervaardigd om te voldoen aan de individuele behoeften van de patiënt en wordt vaak gebruikt om verschillende voetproblemen te verlichten of te behandelen.
Enkele voorbeelden van podotherapeutische orthesen zijn:
- Steunzolen: Deze worden ook wel inlegzolen genoemd en zijn op maat gemaakt om de voetboog te ondersteunen, de stand van de voet te corrigeren, drukpunten te ontlasten of om stabiliteit te bieden tijdens het lopen.
- Siliconenorthesen: Dit zijn flexibele hulpmiddelen die zijn gemaakt van siliconen en worden gebruikt om drukplekken te ontlasten, zoals bijvoorbeeld ter bescherming van een pijnlijke teen, hamertenen, of om wrijving te verminderen tussen de tenen.
- Nagelorthesen: Speciale apparaten die op de nagel worden geplaatst om ingegroeide teennagels te behandelen of om de vorm van de nagel te corrigeren.
- Enkel- of teenorthesen: Deze kunnen worden gebruikt om de stand van de tenen of de enkel te corrigeren, bijvoorbeeld bij klauwtenen, hamertenen of instabiliteit van de enkel.
De podotherapeut zal na een grondige evaluatie van de voetproblemen en de behoeften van de patiënt bepalen welk type orthese het meest geschikt is. Vervolgens wordt de orthese op maat gemaakt en aangepast om de juiste correctie of ondersteuning te bieden, terwijl het comfort en functionaliteit van de voet behouden blijven.